Topic “Het krassen van de nachtuil”.
Hallo Arendsoog fans.
In deze topic probeer ik een overzicht te krijgen van alle gevallen waarin ‘het krassen van de nachtuil’ voorkomt als communicatiemiddel tussen Arendsoog en Witte Veder.
Hiervoor moet ik per geval weten in welk hoofdstuk van welk boek het staat. Bijvoorbeeld in (1, 9/10/14 [= in Arendsoog deel 1 hoofdstuk 9, 10 en 14]).
Als ik al die gevallen bij elkaar heb, ga ik kijken of er patronen in zitten. Ook of patronen samenhangen met patronen in andere topics.
Op het ogenblik heb ik kras gegevens uit:
Deel 1, 29, 50, 54, 55, 61. Dat is een beginnetje. Ik vind het ook leuk om die stukjes achter elkaar als een samenhangend geheel te lezen, met in m’n achterhoofd hoe er telkens een avontuur niet alleen omheen hangt maar ook vanaf hangt.
Verder heb ik van die delen enkele aanverwante onderwerpen als parallele systemen: familiefluitje, belkoord, touwtje gespannen dwars op de looprichting (smokkelaars van de Rio Malo) etc.
Evenals bij de stukjes van WittevVeder als kruidendokter is de aaneenschakeling van alle gekras en geroep van de uil op zich al sfeervol om te lezen. Als je het leest doemt de rest van de avonturen er als het ware bij op.
Wat ik dus nog nodig heb is niet niks:
Waar de krassende uil voorkomt in alle overige delen en in welke hoofdstukken hij staat. Van daaruit kan ik dan de boel onderzoeken op patroonvorming en samenhangen met andere topics.
Wie er zin in heeft voele zich vrij om in deze topic nieuwe gegevens en inzichten aan te reiken.
(I.v.m. de hypothese dat de Arendsoogserie de evolutionaire theorie “de ontogenese is een herhaling van de phylogenese” bevestigt, moet de ontwikkeling van het krassen van de uil in deel 1 t/m halverwege deel 20 worden vergeleken met die vanaf halverwege deel 20 t/m deel 63! + kijken wat de toevoeging/vernieuwing ervan is op het einde.)
Inleidend praatje bij het uiteindelijke onderzoekje (moet nog worden geschreven).
Het krassen van de uil [in samenhang met andere communicatie, geheimhouding, bedrijfsvoering.]
De roep van de uil, parallele systemen. Het familiefluitje der Fitzmaurices (55,11 – zie onder), het belkoord (55,16 – zie onder)
Bla, bla, bla, nog in te vullen.
Voorbeelden non-verbale interne communicatie uit “Arendsoog” (met ‘interne’ bedoel ik de communicatie in het kamp van Arendsoog, tussen Arendsoog en Witte Veder):
1. Het krassen van een nachtuil de roep van de uil
Deel 1. Arendsoog. (1,9/10/14)
Arendsoog tegen Witte Veder: “Zie je O’Conner of een van de anderen uitrijden, …, dan waarschuw je mij door driemaal het krassen van een nachtuil na te bootsen.”(1,9)
Plotseling weerklonk driemaal het gekras van de nachtuil. “Hoor”, zei Arendsoog, “dat is hij.” (1,10)
Arendsoog tegen Witte Veder: “Is het nog donker, dan zal ik hier het gekras van de nachtuil laten horen. Antwoord me dan op dezelfde manier.” (1,14)
Hij liet het gekras van de nachtuil horen en na enige tijd kwam het antwoord. (1,14)
Deel 29, Good Luck, Arendsoog, (29,5/9).
Tweemaal, kort na elkaar, klonk de roep van de uil. (29,5)
Driemaal kort na elkaar klonk de angstaanjagende roep van de uil. (29,9)
Hè? Wèlke uil??? Doet dat er niet meer toe ?!?!?!
Deel 50, De verdwijning van Arendsoog, (50,8/9/12), de roep van de uil.
Uit het schemerdonker was een figuur in uniform in de lichtkring van een van de olielampen aan de muren verschenen. Diep in gedachten verzonken slenterde de militair verder …
Witte Veder had hem maar heel even gezien, maar het was lang genoeg geweest! de militair, die hem op slechts enkele meters passeerde, was … Arendsoog …! Er was geen spoortje van twijfel in het hart van de Indiaan. Het was totaal onbelangrijk wat zijn vriend aanhad. Witte Veder zou hem op ieder moment en op elke plaats op de wereld herken hebben.
Zonder aarzelen bracht hij beide handen naar zijn mond en liet tweemaal de roep van de uil klinken … (50,8)
(De rest uit deel 50 wegens ruimte gebrek hier weggelaten.)
Deel 54, Arendsoog … vogelvrij!, (54,11), de roep van de uil.
Arendsoog steeg af en leidde Lightfeet van het pad af, dat naar de ranch voerde. Al zijn zintuigen waren gespannen. Zelfs het geluid van een wegschietende veldmuis ontging hem niet. Hij zette zijn handen aan de mond en even later klonk de roep van de uil door de stille nacht. Hij wachtte op antwoord en liet zijn handen weer zakken.
Er verstreken dertig, veertig seconden …
Arendsoog trok verwonderd de wenkbrauwen op. Zou Witte Veder hem niet gehoord hebben? Voor de tweede keer bracht hij zijn handen naar zijn mond en liet de roep klinken.
Een doodse stilte was zijn antwoord … (54,11)
Deel 55, Arendsoog en het FRAME komplot, (55, 3, 4, 5, 7 en
, de roep van een/de uil (wegens ruimtegebrek hier weggelaten).
De roep van de uil.
Uitbreiding der groep van deelnemers onder geheimhouding? (55,5)
Arendsoog ‘Luister, Eamon,’ zei hij [Arendsoog] dan. ‘je hebt ons enorm geholpen. … Weet je hoe de roep van een uil klinkt?’ (55,5)
‘Nou en of! jullie geven, tussen haakjes, een knappe imitatie daarvan weg. ik dacht even, dat ik echte uilen hoorde!’
arendsoog glimlachte. Eamon was geen domme jongen! ‘Kun je iets precieser zijn over de plaats waar jullie werken?’
‘Oh, dat is makkelijk. Er zijn vijf kopermijnen ten oosten van Ajo. Ze hebben heel simpel een letter van het alfabet gekregen om ze uit elkaar te houden. Wij werken in mijn ‘D’.’
‘Als we je nodig hebben, zoeken we je wel op. Het teken voor jou is drie keer de roep van de uil met tussenpozen van ongeveer twintig seconden. Als je dat hoort, probeer je dan af te zonderen. Wij vinden je wel. Mocht het ’s avonds gebeuren, kom dan naar de achtertuin van mrs. Collins’ huis. Verzin maar een smoes!’
‘Komt in orde!’ zei Eamon ernstig. (55,5)
(De rest uit deel 55 wegens ruimtegebrek hier weggelaten.)
De roep van de uil, parallele systemen. Het familiefluitje der Fitzmaurices.
Eamon ‘Misschien weet ik de oplossing …’ (55,11)
‘Hoe dan?’ Arendsoog keek verrast op.
‘Wij hebben een soort ‘familiefluitje’,’ legde Eamaon fluisterend uit. ‘Het is, geloof ik, het begin van een Iers volksliedje en we zijn de enigen in Manura die het kennen.’
‘Het is te proberen,’ zei Arendsoog. ‘Maar fluit niet te hard!’
Eamon knikte. Hij maakte zijn lippen nat met zijn tong, tuitte zijn mond en floot … Het deuntje was heel kort, zes noten slechts en het was voorbij voor Arendsoog het wist.
Doodstil bleven onze vrienden liggen. Drie … vijf … tien seconden …
Toen kwam er plotseling antwoord! Enigszins gedempt weliswaar, klonk uit één van de gebouwen precies hetzelfde wijsje. (55,11)
De roep van de uil, parallele systemen. Het belkoord van mister Lewis.
Arendsoog vroeg zich af hoe de twee mannen hadden kunnen weten, dat mister Lewis ongewenste bezoekers had. (55,16)
Lewis scheen zijn gedachten te raden. ‘Het valt me toch tegen van de beroemde mister Arendsoog,’ zei hij sarcastisch. ‘Toen u plotseling dit vertrek binnenkwam, ben ik opgestaan vanachter mijn bureau. U had absoluut niet in de gaten, dat ik driemaal aan dit belkoord trok.’ Hij draaide zich een kwartslag om en pakte een rood koord beet, dat van het plafond afhing. Het verdween ergens achter de wand met boeken. ‘Een directe verbinding met het personeel,’ zei hij trots, alsof het belkoord een uitvinding van hemzelf was. ‘Drie keer bellen betekent: onraad!’
‘Ik ben erg onder de indruk,’ zei Arendsoog kalm. (55,16) In werkelijkheid was hij woedend op zichzelf, omdat hij echt niet gezien had dat mister Lewis aan het belkoord had getrokken. (55,16)
Deel 61, Jacht op een schaduw, (61, 16), de roep van de uil.
Arendsoog tegen sheriff Scofield “Wilt u aan Witte Veder vragen om tweemaal de roep van de uil te laten klinken. Dan weten we dat ze achter het gebouw klaar zijn.” (61,16) …
De seconden kropen traag voorbij… Toen klonk eindelijk de roep van de uil! (61,16)
Zo is er meer.
Groet,
Dag en doeii!! Jôôp Schepers.