Deel 46, De wraak van Grissom
Tsja, wat moet ik zeggen over dit boek. Natuurlijk spannend en een ongelooflijk hoog tempo.
Maar het meest opvallend vind ik de stijl. Ik vind het significant anders dan de andere boeken van Paul. Er wordt gestrooid met namen van plaatsen, die anders klinken dan 'normaal'.
Er is opeens een kolonel Somerich, die een oude bekende is van A. Wanneer, lees in welk deel, heeft hij die ontmoet dan? Of is dit weer zoiets wat nooit opgeschreven is?
De manier van doen van A en WV.
Hoe Mining Valley beschreven wordt.
En het meest afwijkend is dat A zowaar echt een telegram stuurt naar zijn moeder en zusje (die alweer geen rol in het verhaal hebben)..
Het is niet beter of slechter, maar echt anders.
Dit boek is, vermoedelijk, 2 jaar na deel 44 geschreven. Deel 45 werd samengesteld uit verhalen die in de Pep hadden gestaan (toch?). Paul had een aneurysma en werd daar aan geopereerd. Begrijpelijk dat hij dat jaar, 1975, geen boek kon produceren.
Ik kreeg bij het lezen van dit deel heel sterk het gevoel alsof het door iemand anders is geschreven dan Paul. Dat hij er toch nog niet in staat was om een boek te schrijven, ofzoiets.
Of hij moest er weer heel erg in komen. Weer zoeken naar zijn stijl.
Paul is een beetje anders gaan schrijven na zijn gezondheidsproblemen, met veel meer details, maar zijn kenmerkende, beeldende, stijl bleef wel hetzelfde.
Wat algemene puntjes:
- De Salmonriver stroomt door Idaho. Arendsoog verkoopt zijn kudde wel een heel eind van huis....
De namen van de overige dorpjes/rivieren/dalen enz zijn waarschijnlijk verzonnen.
Ik denk dat het begin van het verhaal zich in de buurt van of in Arizona moet afspelen, daar Witte Veder erg snel bij Arendsoog is.
Tegen het eind wordt het Putneygebergte dat in Arizona ligt, genoemd. In het echt ligt dat in Vermont.
Ze gaan naar het zuiden, maar nergens wordt het gebied beschreven als een woestijn. Er liggen ook erg veel dorpen en stadjes in dat gebied.
-Geen poëtische landschapsbeschrijvingen
. Alles is functioneel.
- Een tegenstander is zo taai als een rioolrat. Waren er al riolen op het platteland rond 1860/70?
- De alwetende verteller is eigenlijk het perspectief waar vanuit het verhaal verteld wordt.
Arendsoog is veel minder 'aanwezig' als verteller. Witte Veder krijgt geen eigen momenten. Zijn aanwezigheid is ook functioneel.
Er staat geregeld: we moeten zeggen...., we kunnen beter zeggen, zoals we al gezien hebben...Wie zijn 'we': de lezers?
Vaak een vooruitwijzing aan het eind van een hoofdstuk. Dat maakt het spannend, maar geeft ook wat weg.
- De vergelijkingen zijn afgestemd op de (moderne) lezer, bijvoorbeeld: ogen zo fel als lava in een vulkaan. Arendsoog heeft nog nooit lava gezien, volgens mij.
- Het verhaal wordt behoorlijk gedetailleerd verteld. De details hebben voornamelijk betrekking op de gemoedstoestand van Arendsoog. Het houdt het tempo een beetje op, maar ze zijn niet erg storend.
De actiescènes worden beduidend minder gedetailleerd verteld dan de rustige scenes.
- Mining Valley heeft geen cel of sheriffkantoor. In een ander deel , weet niet meer welk, is dat er wel.
- De stationschef van Durreen vergelijkt de treinrit met een achtbaan. Die waren er pas vanaf 1884 en dan nog voornamelijk in het oosten van de VS, dus het verhaal moet van na die tijd zijn.
-Toeval?: deel 42, 44 en 46 beginnen alle 3 met Arendsoog die een kudde naar een koper brengt.
Groeten
Anne