Ik heb net deel 39 gelezen en ik was eerlijk gezegd een beetje verbaasd. Het is een van de boeken die ik nog nooit had gelezen. Het is dus helemaal nieuw voor mij.
Het valt me op dat het avontuur dat Arendsoog en Witte Veder hier beleven, helemaal anders loopt dan ik gewoon ben. Het hele verhaal door zijn ze in de achtervolging. Ik ben de tel kwijt geraakt wat het aantal dagen,weken eigenlijk, betreft dat ze van huis weg zijn.
Arendsoog was ook enorm hevig om te vertrekken; binnen het kwartier waren ze op weg. Moeder kon het nieuws vernemen via een briefje, ocharme. Arendsoog kon natuurlijk ook niet voorzien dat ze zolang zouden weg zijn, maar toch . . .
Op pag. 58/59 heb ik geamuseerd kunnen lachen om Arendsoog. Het lange gesprek met de stationchef is hem niet goed bekomen; hij was zefs vergeten te vragen wanneer de volgende trein naar Denver vertrekt. Tom biedt zich aan om dat te doen; hij is echter al heel vlug terug en Arendsoog is stomverbaasd dat hij er niet aan gedacht had dat er wel eens een uurregeling omhoog kon hangen. Dan zegt hij iets over zichzelf, wat ik nog nooit eerder heb gehoord: "Ik word oud!"mompelde de cowboy. Dit zinnetje wijst er eens te meer op dat Arendsoog op tijd en stond toch ook maar een mens is. Ook al wordt hij soms een duivelskunstenaar genoemd. :grin:
Er gebeuren ook verschrikkelijke dingen met de paarden. Eerst jaagt de schurk Bleeding zijn paard de dood in door het van een steile helling af te jagen. Daarna verongelukken Arendsoog en Lightfeet bijna op diezelfde plek. Het is daar dat Arendsoog zijn paard van de dood redt. Gewoonlijk is het andersom. En dan komt de ware liefde voor de paarden naar boven; het paard van Bleeding heeft enorm geluk gehad en is op een klein plateau terecht gekomen. Het wordt gered door Arendsoog en Lightfeet. Dat vond ik verschrikkelijk attent van P.Nowee.
Bijna op het einde schiet iemand in het voorbeen van alweer Bleedings paard en het stort neer. Gelukkig niet in de afgrond, waar Bleeding dan wel terecht komt. En als je je dan afvraagt wat er met het dier verder is gebeurd, zegt Witte Veder dat hij een kijkje gaat nemen. Hij legt wat van zijn wonderkruiden op de wonde en verbindt die zoals hij dat bij Arendsoog zou doen. Dat vind ik dus heel lief . . .
Ook al vind ik dit verhaal anders dan gewoonlijk, het is een mooi verhaal met redelijk wat spanning. Alleen kan het er bij mij niet in dat er nooit eens sprake is om een telegram naar het thuisfront te sturen; met al hun omzwervingen moet dat toch wel eens een keer mogelijk geweest zijn? Ocharme die vrouwen thuis; die moeten toch ongerust geweest zijn. Ze zijn wel een en ander gewoon, maar ik zou in hun plaats toch iets willen vernemen hebben van die twee helden.
Little Eagle